Bij een bezoek aan “De Nijenbeek” is het eerste wat opvalt de fantastische context waarin de ruïne ligt. De ongelooflijke verstille schoonheid van landschap en ruïne tezamen geven een sfeer die vrijwel onbeschrijfelijk is. De lange zichtlijnen in het zachte landschap vol met prachtige overgangen naar het water en begroeiing met daarin het landmark “De Nijenbeek”. Je hoort, voelt, ziet en ruikt de natuur waarin dit markante gebouw verankerd is. Bij nadere beschouwing van de ruïne zijn de diverse historische lagen, het eeuwenoude patina, de voelbare historie van eeuwen met daarin duidelijk herkenbaar de ‘recente’ oorlogsschade weer gegevens die tot de verbeelding spreken. Hoe leefden ze hier? Hoe zag het er uit? Wat speelde er allemaal op de dag van de beschieting? De Nijenbeek straalt een brok authenticiteit uit, onontgonnen en onaangetast als ruïne. Dit maakt het tot een unicum in Nederland, waar treft men in ons georganiseerde land nog een ruïne in originele ruïneuze staat aan? Tegelijkertijd oogt de Ruïne kwetsbaar in haar verval, hetgeen de uniciteit nog eens versterkt.
De eigenaren/gebruikers hebben door de eeuwen heen het gebouw gekoesterd en de plek met veel respect gebruikt. De huidige eigenaresse doet niets anders dan de eerdere eigenaren en heeft Braaksma & Roos Architecten gevraagd een onafhankelijke visie te formuleren voor “De Nijenbeek”, hoe ga je als cultuur minnende eigenaar met zo een icoon om? Herbouwen, laten vervallen, consolideren? Om de cultuurhistorische en bouwhistorische waarden van landschap en ruïne tezamen vast te stellen is door een ander bureau een bouwhistorisch onderzoek verricht.
De uiteindelijke visie moet dus worden geschetst in technologie vanuit een overkoepelend beeldvisie, dat vooral gevoed moet worden vanuit de aanwezigen (natuur-)waarden. Iets doen op deze plek is bijna onmogelijk zonder storingen te veroorzaken in de hoogwaardige Natura 2000 biotoop. Werken aan en gebruik maken van de ruïne betekent roeren in een hoogwaardig natuurgebied.
De Nijenbeek weten te koesteren zonder haar directe omgeving te storen is dus de uitdaging. Het aanvoelen en strategisch opereren binnen deze context is hier van groot belang. Het bijzondere, verstille, rustige en beschermde lege en oeroude landschap en de onlosmakelijke relatie met de ruïne, roept specifieke randvoorwaarden op voor de instandhouding.
Uit het eerste onderzoek hebben wij geconcludeerd dat er slechts één goede weg is om “De Nijenbeek” in zijn waarde te behouden. Deze visie heeft steun gekregen van de betrokken organisaties zoals het Gelders Genootschap en de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed. De ruïne moet ongestoord de ruïne blijven, zonder interventie van publiek. De rust, de dieren, de natuur die er momenteel heersen en het karakter van de ruïne versterken zullen dan verdwijnen waarmee het karakter van “De Nijenbeek” ook naar de achtergrond verdwijnt. Om dit te verwezenlijken zijn er echter wel technische ingrepen nodig. “De Nijenbeek” moet zijn huidige staat behouden, en hiervoor is een consolidatie van het bestaande noodzakelijk. Tevens moet er gedacht worden over de vraag hoe de ruïne goed bereikbaar gemaakt kan worden voor periodieke inspecties en niet te vergeten het onderhoud. De ingrepen en herstelwerkzaamheden moeten uitgevoerd worden in lijn met de ruïne en de omgeving; terughoudend en in rust. Hiertoe zal de komende maanden een herstelplan opgesteld worden, om de toekomst van “De Nijenbeek” zeker te stellen en zodat plek en gebouw zo lang mogelijk onaangetast blijven, en op een eervolle manier overhandigd kunnen worden aan onze kinderen.
Auteurs:
Olivier Graeven – Braaksma & Roos Architectenbureau
Martijn van der Steen – -rIaIb-, restauratie advies en begeleidingsbureau, strategisch monumentenbeheer
Den Haag, 14 december 2012